De klimaatcrisis laat ons zien: het moet anders… maar hoe?

Het is vier uur ’s nachts en ik word wakker uit een onrustige droom. Het eerste beeld dat in me opdoemt is een verhitte discussie tussen mij en mijn vader. “Ik ben volwassen nu!” Schreeuw ik hem toe in de droom. “Je denkt dat het kinderlijke fantasieën zijn, maar ik heb dit bedrijfsplan uitgedacht, ook financieel! Als ik blijf doen wat jij deed gaat de boel sowieso kapot!” “Je weet niet waarover je het hebt!”. Bijt hij me toe. 

Ik zie mijzelf razen en tieren. Ik krijg bijval van een vriend. Dan word ik wakker. Met een schuldgevoel. Waarom heb ik zo ongeduldig op mijn vader gereageerd? Hij is opgevoed met een ander paradigma, is het niet belangrijk ook dat te eren? Is het niet belangrijk om hem te eren?

De angst om in te grijpen

Een filmpje van Pieter Derks popt op in mijn hoofd, over Shell die al in de jaren 90 wist wat de schadelijke gevolgen zijn van oliewinning op het klimaat. Wetenschappers waren het er unaniem over eens. Toch won de macht van het geld het van de wijze raad. Nu zo’n 30 jaar later zitten we opgescheept met de gevolgen. Is het dan arrogant om tegen mijn vader te schreeuwen dat -als ik het op zijn manier doe, de boel sowieso kapot gaat?

Is het de macht van het geld geweest dat de noodzaak voor verandering blokkeerde of was het ook iets anders? Was het ook de angst om in te grijpen?

Ik vind niet dat mijn vader het anders had moeten doen. Mijn vader is een goed mens. Hij heeft zijn hele leven als financial controller bij de Shell gewerkt. Volgens hem is Shell een goede werkgever. Hij heeft via hen een gezin van drie kinderen kunnen onderhouden. Ik heb nooit iets tekort gehad. Shell ‘de grote boosdoener’ is dus voor mij goed geweest. Het schijnt dat Shell toentertijd heeft gezegd dat de overheden moesten ingrijpen. Maar dat gebeurde niet.

We moeten iets doen, maar wat?

In de psychiatrie is het een bekend patroon dat individuen die misbruik plegen, ontdekt willen worden en hun omgeving direct en indirect confronteren met de schadelijke impact van hun handelen.

Eigenlijk zeggen ze “alsjeblieft hou me tegen want ik weet niet hoe ik mezelf een halt toeroep”.

Een roep om hulp die we als omstanders vaak niet zien. Want wij weten namelijk ook niet hoe we met deze kritieke situatie moeten omgaan. We zijn angstig om in te grijpen. En dus vergeten we het voorval.

In mijn generatie, de millennials, voel ik dat de noodzaak om in te grijpen heel sterk leeft. Om op een andere manier ons (werk) leven in te richten. Om meer duurzaam en liefdevol met onszelf en de planeet om te gaan. We kunnen namelijk niet meer wegkijken. Moeder aarde wordt door ons misbruikt. De gevolgen van de klimaatcrisis zijn zichtbaar en voelbaar aanwezig. We moeten iets doen, maar wat?

Idealisme vanuit integriteit of prestige?

We hebben als jonge generatie de tijd, energie en aandacht om een verschil te maken. En we hebben allemaal een stemmetje in ons die de behoefte voelt om te laten zien dat we het kunnen, én wat we allemaal kunnen. Dat we het beter doen dan onze ambitieuze collega’s. Beter doen dan de generatie voor ons. Tegenwoordig is het zelfs “cool” om duurzaam of sociaal werk te doen. Dus… hoe integer zijn we als we kiezen voor deze “groene route”? Denken we niet net als de generatie voor ons dat we het beter kunnen? En beter is in dit geval niet groter en sneller, maar kleinschalig en organisch? 

We hebben als jonge generatie van nature de drang om onszelf te bewijzen. Daar is niets mis mee, maar wel goed om even bij stil te staan. Want hebben we in onze geldingsdrang door dat de generatie boven ons wel eens een hele goede sparringpartner zou kunnen zijn? Dan zijn we niet de enige die de eer opstrijken, maar is de oplossing wel duurzamer. En is dat nu net niet hetgeen wat wij zo belangrijk vinden? Ik geloof graag dat de meeste Millennials worden bewogen door een integere drijfveer, namelijk dat gevoel van urgentie in mijn droom: “het moet anders, maar hoe?!”. Laten we dat als uitgangspunt blijven nemen. 

Zijn we wel écht volwassen?

De houding die ik had in mijn droom naar mijn vader toe herken ik niet in onze huidige relatie. Ik ga er voor het gemak dus even vanuit dat mijn vader in deze droom symbool staat voor het economisch systeem waarvan ik deel uitmaak. En dat roept de vraag op: “wat voor houding heb ik ten aanzien van dit systeem?” Wat voor houding hebben we ten aanzien van onze economische en politieke leiders? Is dat daadwerkelijk een volwassen houding?

Zolang er één partij is die schuldig wordt bevonden, zal die erop gestoeld zijn om zichzelf te verdedigen. En zolang er een partij is die zichzelf wil bewijzen, zal die niet luisteren en zien welke waarde er al is.

Vanuit die insteek vindt er polarisatie plaatst en ik denk dat we -zeker voor het oplossen van zo’n complex vraagstuk- verbinding nodig hebben en een liefdevolle, geweldloze benadering. Een houding waarbij we écht luisteren naar elkaar. 

Kunnen we ook zeggen: ‘dankjewel’

Ik ben er persoonlijk voorstander van om niet het kind met het badwater weg te gooien. Er zijn zoveel dingen in ons huidige systeem en in ons huidige leven die goed werken en goed functioneren. We zijn zo ontzettend rijk! Laten we daar ook bij stil staan, onze zegeningen tellen en dankbaar ontvangen wat onze ouders en het systeem ons hebben gegeven.

Kunnen we de generaties voor ons bedanken voor hun inzet en hun nalatenschap? En kunnen we vanuit een neutrale volwassen autoriteit zeggen: “Bedankt voor jullie inzet. Bedankt voor alle rijkdom en welvaart. Bedankt, maar dit aspect wil ik liever niet doorgeven. Dat is destructief voor het geheel. Zullen we -samen- het systeem innoveren en een meer duurzame aanpak ontwikkelen?”. We kunnen enerzijds kijken hoe we het bestaande kunnen verbeteren en daarnaast onze aandacht richten op nieuwe, meer duurzame initiatieven om ons economische en politieke systeem in te richten.