Founder fuck-up: hoe Elif’s beroepsoptimisme haar in de weg stond

Het is makkelijk je succesverhaal te delen. Social media staan niet voor niets bol van picture perfect vieringen. Wat moeilijker is: met trots en humor vertellen over een enorme fuck-up of misser waar je je nog steeds een beetje voor schaamt. Een gemiste kans, want faalverhalen kunnen voor mooie inzichten zorgen en anderen inspireren. Daarom lanceren wij een artikelreeks over Founder fuck-ups, om als ondernemers en freelancers elkaars fouten te vieren.

 

Elif Algu, founder van Branding a Better World, heeft nog wel een fuck-up verhaal voor ons. “Ik kan er een boek over schrijven”, zegt ze als we haar interviewen op haar kantoor aan de Westermarkt.

 

Elif noemt zichzelf ‘beroepsoptimist’, maar zou naar eigen zeggen een boek kunnen volschrijven over de fuck-ups die ze heeft gemaakt in haar bedrijf. Haar grootste fout kan ze niet 1-2-3 noemen.

“Ik heb wel de meest recente fuck-up voor je, is dat interessant?”

 

“Ik ben recent bijvoorbeeld doorgegaan met een collega waar ik eigenlijk twijfels bij had. Bij wie ik zoiets had van: hmm… Daar zat mijn optimisme in de weg, omdat ik dacht; daar gaan we wel iets van kunnen maken. Terwijl je ergens deep down weet dat dat niet gaat werken. We zijn te lang doorgegaan, waardoor het uiteindelijk is gaan clashen in het team. Dat had dan weer effect op het contact met de klanten en het bedrijf als geheel. Uiteindelijk escaleerde het en escalatie is eigenlijk altijd een fuck-up, vind ik. Dat had ik anders aan moeten pakken.”

 

Zelf hanteer ik altijd het win-win-win model: je moet met mensen werken omdat je ze energie geeft en andersom. Dat is ook langer houdbaar, duurzamer.

 

“Uiteindelijk is het opgelost en scheidden onze wegen, maar het heeft wel ontwrichting met zich meegebracht. Zoiets is even herstellen, wat niet leuk is.”

 

De grootste les die Elif uit deze fuck-up heeft gehaald, is dat het belangrijk is om het collectief belang goed in het oog te houden: “ik heb te veel gedacht: wat is goed voor hem/haar, en te weinig aan het grotere geheel. Het is belangrijk om af en toe even uit te zoomen en te bedenken wat het beste zou zijn voor iedereen. Dat heb ik uitgesteld en dat was achteraf niet handig.”

 

“Van je fuck-ups leer je het meest. Ik kijk altijd eerst naar de dingen die ik fout doe. Ik analyseer alles uitgebreid en vraag me dan af: wat heb ik verkeerd gedaan en hoe kan dat in het vervolg beter?”

 

Leren van je fouten, dus. Maar daarin kun je volgens Elif ook een beetje doorslaan, té zelfkritisch worden. “Ik heb heel lang gedacht dat wij eigenlijk niet zo veel bijdragen aan een betere wereld. Wat stelt wat wij doen nou voor? En een bepaalde bescheidenheid past wel bij ons, maar ik was er ook echt van overtuigd dat we niet zo veel deden. Dan moesten mensen me ervan overtuigen dat we wel degelijk bijdragen aan de bekendheid van duurzame merken. Iets waar we ons graag voor inzetten.”

 

Uiteindelijk heb ik me gerealiseerd: een betere wereld begint bij kleine stapjes. Micro is het nieuwe macro, zeg ik altijd.

 

“Door mensen in je directe omgeving te inspireren, ze kleine stapjes richting duurzaamheid laten zetten, doe je al veel. Ik heb me daar al meer in laten berusten. Ik denk nu: we doen het goed en we moeten vooral doorgaan met wat we doen.”

 

“Kritisch over mezelf en mijn bedrijf blijf ik altijd, maar het moet wel constructief zijn. Als het pure kritiek is, kan het je lamleggen en dan kom je niet verder.”

 


 

Elif blijft met haar Branding a Better World-team bouwen aan merken die een bijdrage willen leveren aan een betere wereld. Via campagnes, content en brand social impact helpen ze bedrijven hun missie en ambitie om te zetten in concrete acties, zodat zij op hun beurt de wereld een beetje mooier kunnen maken.